J a n v a n d e r T i l

vrijde

https://nl.bab.la › werkwoorden › nederlands › vrijen

nederlands - Werkwoord "vrijen" - Bab.la

vrijde. jij/u (je). vrijde. hij/zij/het. vrijde. wij (we). vrijden. jullie. vrijden. zij (ze). vrijden. voltooid verleden tijd (vvt). ik. had gevrijd.